Op 8 april 2024 te Amersfoort is overleden de zeereerwaarde heer
Johannes Carolus Dirk Petrus de Froe, Priester van het Aartsbisdom Utrecht.
Hij werd geboren te Amersfoort op 22 maart 1930. Na zijn priesterwijding op 24 juli 1955 was hij
achtereenvolgens kapelaan te Angeren, Groessen, Driebergen-Rijsenburg, Utrecht (H. Gertrudis en
H. Johannes de Doper) en Zwolle (H. Michaël) en vervolgens vanaf 22 februari 1975 pastor op het
Kanaleneiland en deservitor van de Wederkomst des Herenparochie te Utrecht. Met ingang van 1 augustus
1980 werd hij eervol ontslagen als deservitor en benoemd tot teamleider van het pastoraal team. Op 1 oktober 1983 werd hij benoemd tot deservitor van de Christus Koning-, Isidorus- en Wederkomst des Herenparochie op het Kanaleneiland te Utrecht. Met ingang van 28 juni 1985 werd hij benoemd tot pastoor van de H. Maria Geboorteparochie te Lent. Van 1 juni 1991 tot 1 oktober 1993 heeft hij tevens de verantwoordelijkheid van deken willen vervullen in het dekenaat Elst. Op 1 oktober 1995 ging hij met emeritaat.
Het ouderlijk huis van Jan de Froe lag tegenover het moederhuis van de Zusters van Onze Lieve Vrouw van
Amersfoort. In de Sint Franciscus Xaveriuskerk aan ’t Zand werd hij gedoopt en later werd hij daar misdienaar. Nog vóór zijn Eerste H. Communie was hij echter al misdienaar in de kapel van het ziekenhuis.
Jan groeide op samen met zijn zus Tinie totdat hij naar het seminarie ging. Tijdens de vakanties diende hij de H. Mis bij de Zusters alwaar kardinaal De Jong verpleegd werd. Daags na zijn priesterwijding droeg hij in de ziekenkamer van kardinaal De Jong zijn Eerste H. Mis op en zijn hele leven is Jan hem in het eucharistisch gebed blijven gedenken. Jan was graag werkzaam in parochies en zijn parochianen leerden hem kennen als zeer gedreven. Vele jaren heeft hij daarbij mogen rekenen op Zr. Laurenta die zijn huisgenote was. Kenmerkend was voor Jan was zijn grote verering voor Maria. Hij heeft zich daarom vele jaren ingezet voor bedevaarten naar Lourdes, Kevelaer en Fatima en niet in de laatste plaats ook voor de jaarlijkse Vrouwevaert in zijn geboortestad. Als emeritus ging Jan terug naar Amersfoort en trok in bij zijn zus Tinie. Daar bleef hij sterk betrokken bij het wel en wee van de parochie. Zijn gezondheid ging steeds meer achteruit, in het bijzonder het lopen en zijn ademhaling werd steeds problematischer. Zijn laatste dag – hij verbleef vanwege een gebroken heup in het ziekenhuis – kon hij niet meer spreken. Wel was het de naam van Maria die hij nog uitsprak. Hij wachtte op de ziekenzalving. Direct na het ontvangen van dit sacrament en de zegen stopte zijn adem en keken zijn ogen diep in de verte; het leek of dat hij zag dat de Heer en Maria hem kwamen halen.